Radix ovata (Draparnaud, 1805) ovale poelslak
Kenmerken | De schelpvorm is zeer variabel maar meestal duidelijk hoger dan breed. Laatste winding meestal niet zo bol als bij Radix auricularia. |
---|---|
Kleur | Schelp licht tot donder bruin met vlekken. De slak is grijzig met gele vlekjes. |
Voorkomen | Stilstaande en stromende wateren, ook licht brak water. |
Voedsel | Algen, kiezelwieren, (rottende) waterplanten en aas. |
Voortplanting | |
Grootte | Schelp, hoogte tot 31mm, breedte tot 20mm. |
Radix ovata kan het hele jaar door gevonden worden in alle soorten water, ook enigszinds brakke. Ze leven op allerhande substraat zoals planten, stenen, zand en modderbodem. De soort is zeer algemeen in Nederland.
Van mei tot september worden er eieren gelegd. In warmer water worden er het hele jaar eieren gelegd. De levensduur van de slakken is dan wel korter. De grootte van het legsel is variabel en kan tot 180 eieren bevatten.
R auricularia is te verwarren met R ovata. R auricularia heeft een pigmentatie aan de mantelrand en is geel met zwarte vlekjes. R ovata is grijzig met gelige vlekjes en heeft geen pigmentatie aan de mantelrand.